NUBISCHE DROOM
&
WONDEREN VAN OPPER EGYPTE

7Plus

home

fotos

Dag 1 & 2 - zondag 21/12 & maandag 22/12

We gaan het Egypte van de Pharaos bezoeken en wel op de levensader van Egypte : de Nijl en we doen dat grondig want we kletsen er in een keer het deel bij dat in de 20ste eeuw afgesloten werd door de Aswan dam, en dat nu welluidend het Nassermeer noemt.
De vlucht van Egyptair is tegen alle gestelde clichés op tijd en levert ons veilig af op de luchthaven van Luxor en we worden er opgevist door de plaatstelijke vertegenwoordiger van 7Plus voor een korte nachtrust in het Sofitel hotel. 's Anderendaags staat deze brave man voor dag en dauw ons weer op te wachten voor de aansluitende vluchten naar Aswan en Abu Simbel. Daar ligt ons schip, de M/S Eugenie klaar om ons te verwelkomen, in een kreek aan de achterkant van de monumentale beelden. Het gezelschap is internationaal met een meerderheid aan fransen, een paar italianen, een groepje spanjaarden, 2 roemenen en wij die samen met 2 nederlanders een engelstalige gids hebben uitgezocht. Ahmed Farrag, een vroegere leraar geschiedenis die de balorige pubers inruilde voor nieuwsgierige, betalende toeristen.

Na de lunch bezoeken we Abu Simbel. Je mag het nog zo dikwijls gezien hebben op foto, de “real thing“ is zonder meer spectaculair. De enorme beelden van Ramses II uitgehakt uit een bergwand met daarachter diep in die rotswand een tempel met nog eens een hele rits reusachtige beelden (ook van Ramses II). De tempel was dan nog zo geplaatst dat het zonlicht op precies twee dagen van het jaar via de ingang op drie van de vier helemaal diep in het heiligdom zittende afgodbeelden viel. Muren en plafonds zijn bedekt met reliefs en hieroglyphen en met wat rest aan kleuren kan je je moeiteloos voorstellen hoe dit er oorspronkelijk moet uitgezien hebben. En dan te bedenken dat Ramses II dit vooral bouwde om indruk te maken op zijn Nubische buren en onderdanen. De "kleinere" tempel een eind verderop was gewijd aan de godin Hathor en zijn mooie echtgenote Nefertari. Iets minder groot maar zeker niet minder groots.

Afgezien van de luister van het bouwsel op historisch vlak is deze site natuurlijk nog eens extra beroemd geworden doordat de hele reutemeteut tussen 1964 en 1968 onder de auspicien van Unesco in stukken van 20 tot 30 ton werd gezaagd en 65m hoger en 200m verder als een blokkendoos opnieuw in mekaar werd gezet wat toen een slordige 40miljoen dollar koste. Dollars werden wellicht nooit beter besteed!

We wachten tot het donker wordt en schuiven aan voor het klank en lichtspel dat niet alleen een evocatie geeft van de bouw en de redding van Abu Simbel maar ook van een van de bloedigste veldslagen die Ramses II uitvocht tegen de Hittiten; de slag bij Kadesh. Aan boord krijgen we nog een korte zang en dans show met nubische kinderen maar wij zoeken al snel onze kooi op. De dag was goed gevuld en lang genoeg.

Dag 3 - dinsdag 23/12

Als we 's anderendaags vroeg vertrekken varen we voor de twee tempels weg op de tonen van Conquest of Paradise. Kippevel gegarandeerd!

De M/S EUGENIE ademt victoriaanse klasse uit met z'n grote lounge waar je in comfortabele, diepe zetels een drankje, een koffie of een Karkadee thee (hybiscus) kunt slurpen. Bakken op het sundeck is er niet bij, een strakke noorderwind zorgt er voor dat enkel diegenen met masochistische trekjes zich etaleren onder de egyptische zon en ook zij komen al snel lichtjes blauw uitgeslagen de bescherming van de lounge opzoeken.

Het Nassermeer strekt zich uit over een lengte van meer dan 500km, 2/3 in Egypte en 1/3 in Soudan. Aan zijn grillige oevers vindt je niks anders dan woestijn. De omgeving straalt rust uit, er varen dan ook maar een zestal schepen op het Nassermeer en alle oorspronkelijke bewoners (een goeie 100.000) werden bij de bouw van de dam geherlocaliseerd. Het meer is tot 15km breed, en soms zie je amper de oevers, maar hier en daar liggen kleine eilandjes, vroegere heuveltoppen van de woestijn.

Alle monumenten die nu langs de oever staan werden allemaal verplaatst. 54 verschillende landen werkten 20 jaar lang samen om ze voor het nageslacht te bewaren en het vernuft dat aan de dag gelegd werd om dat te bereiken was een passend eerbetoon aan het scheppend genie van de oorspronkelijke bouwers.

Kasr Ibrim is het eerste monument op onze route, en het enige dat niet verplaatst moest worden omdat het al op een heuvel lag. Een vroeger fort van de egyptenaren, dan de romeinen, dan kerk, dan moskee en uiteindelijk ruine waar we zonder stoppen langs varen.
Het zusterschip van de M/S EUGENIE, de M/S KASR IBRIM komt ons tegemoet rond de plaats waarnaar het genoemd is, op weg naar Abu Simbel.

De tempels van Amada, Al-Derr en het graf van Pennut is de volgende stop. De tempel van Amada werd voor een deel verplaatst als een blok, 990 ton zwaar, op rails. Met sloepen, en onder zwaar bewapend escorte worden we aan land gezet om de drie monumenten, die op wandelafstand van elkaar liggen, te bezoeken. Zoals de meeste tempels, werden ook deze gebouwd, vergroot, of gerestaureerd door opeenvolgende pharaohs. De reliëfs en kleuren zijn hier bewonderenswaardig bewaard gebleven.

Het enthousiasme van onze gids Ahmed, die ons in de complexe wereld van de Egyptische goden en hun betekenis wegwijs maakt werkt aanstekelijk, maar het duizelt toch wel als je bedolven wordt onder Amon, Ra, Anubis, Isis, Osiris, Maat, Horus, Set, Hathor en een hele resem andere exotische namen. Fascinerend, dat wel, en niet verwonderlijk dat velen gebeten worden door de Egypte-bug.
Op weg naar het schip verliest onze sloep haar schroef en we dobberen wat hulpeloos rond tot we hulp krijgen van een paar vissers die daar toevallig (en gelukkig) in de buurt waren om ons op sleeptouw te nemen en veilig naar het schip te brengen.

Dag 4 - woensdag 24/12

Wadi es Sebua, of vallei van de leeuwen in het arabisch, verwijst naar de verschillende sfinxen die deze tempel versieren. Een paar 100m verderop ligt de tempel Al Dakka gewijd aan de god Thoth, god van de wijsheid en de schrijfkunst. Wij wandelen er heen, maar voor de amateurs zijn er kamelen voor handen die je er zo naar toe schommelen.

Rond 17:00 gaat de zon onder, en zoals ze hier onder gaat, gaat ze nergens onder zegt men. Het is Kerstavond, het schip legt aan in de beschutting van een eilandje, de eetzaal is mooi versierd, de kelners hebben hun gala uniform aangetrokken en de koks hebben een degustatiemenu bereid om “U“ tegen te zeggen en als we ons 's avonds laat, na onze portie karkadee thee terugtrekken in onze kajuit hebben we daar nog een verrassing in bed liggen.

Dag 5 - donderdag 25/12

We arriveren in Aswan, hier liggen nog op ons te wachten de tempel van Kalabsha, Beit al Wali en Qertassi. Alle drie gered van het water, en opgetrokken op hogere grond met zicht op de reusachtige Aswan dam.
Het schip vaart de haven van Aswan in voor de laatste nacht aan boord, en met een mooi staaltje van stuurmanskunst wordt het logge gevaarte precies op zijn parkeerplaats gebracht aan de kade.

Dag 6 & 7 - vrijdag 26/12 & zaterdag 27/12

We hebben een vroege, korte vlucht van Aswan naar Luxor. Onze pickup is een half uurtje later dan gezegd, en het is kantje boordje dat we onze vlucht halen, gelukkig is die ook een beetje later dan gepland.

We blijven 2 nachtjes in Luxor in het Winter Palace Hotel. Het oude gedeelte etaleert de charme van vergane glorie maar, geintegreerd in de Sofitel keten, is er een nieuwe vleugel waar wij logeren en waar de kamers voorzien zijn van alle moderne toeters en bellen. De tuin, tussen het nieuwe en oude gebouw, doet iedereen met groene vingers groen uitslaan van jaloezie en de ligging van het hotel is perfekt, aan de oever van de Nijl, de corniche, op 100m van de Luxor tempel en vlak voor de deur is de aanlegplaats van de Queen Nabila fleet, ons volgend station.

We proberen er een rustige dag van te maken met een wandelingetje langs de Nijl maar dat is buiten de koetsiers gerekend die massaal op vinkeslag staan. Je wordt praktisch met je haren in zo'n ding gesleept voor het obligate tochtje door Luxor. Natuurlijk is daar een stop bij waar papyrus tekeningen en prullaria voor de toerist verkocht worden en aan specerijen verkopers die je met de glimlach een fortuin vragen voor een zakje safraan. Verkopen en marchanderen is een kunst die wij, supermarkt generatie, verleerd hebben en die zij als geen ander beheersten.

Zonder het te weten hebben we hoog gezelschap gekregen in het hotel, president Sarkozy, is er neergestreken. Hem krijgen we niet te zien, maar wel het legertje veiligheidsmensen die en masse de lobby bevolken.

Dag 8 - zondag 28/12

Op zondag maken we onze opwachting aan boord. We zijn momenteel nog de enige gasten en we worden welkom geheten door onze gids Adel Latif, een Egyptenaar die vlot nederlands spreekt. De rest van het gezelschap wordt pas in de late avond verwacht, deels recht uit Brussel deels via Cairo en dus kunnen wij nog wat zon meepikken, genieten van de rust aan boord en de bedrijvigheid op de stroom.

Dag 9 - maandag 29/12

De volgende dag begint ons tweede deel, de cruise op de Nijl, goddeloos vroeg. Aan de overzijde zweven al de luchtballons met toeristen die de zon op die manier willen zien opkomen. Een bootje brengt ons naar de overkant van de rivier, en een bus naar de Vallei van de Koningen.
Vroeg in de morgen is het nog behoorlijk koud en de massaal aanwezige politiemensen staan er verkleumd bij. Een treintje zorgt ervoor dat we het laatste stuk niet te voet moeten afleggen. De zon komt nu pas stilaan van achter de omliggende bergen. We bezoeken 3 graven, waarbij dat van Ramses I de best bewaarde schilderingen heeft. De vallei heeft 63 erkende graven en in sommige mag slechts een beperkt aantal bezoekers per dag, andere zijn niet toegangkelijk en voor enkele moet je extra betalen. De stilte en weten wat hier allemaal begraven lag of wellicht nog ligt, verhoogt de magie van de site, tot de grote drommen kakelende toeristen beginnen toe te stromen en de stilte ruw verstoren.

Dan naar Deir el Bahari, of de tempel van Hatsjepsoet, een der zeldzame vrouwelijk pharaos. Tegen de rotswand gebouwd en gedeeltelijk uit de rotswand gehouwen is het zonder meer een indrukwekkend staaltje van architectuur en bouwkunst. Wat rest van de beelden en muurschilderingen laat je raden hoe het er in z'n glorietijd moet uitgezien hebben. Rondom zie je hoog in de bergwand de openingen van graven die niet toegankelijk of oninteressant zijn.
Terug naar de bus moet je een eindje spitsroeden lopen tussen de verkopers die luidkeels hun waar aanprijzen en wee de onvoorzichtige die oogcontact durft maken want die wordt aangeklampt met de hardnekkigheid van een engelse bulldog.

Nog een fotostop aan de Kolossen van Memnon, enorme beelden die ooit een (verdwenen) tempel sierden en dan rijden we door naar de Vallei van de Koninginnen. Eenzelfde dodenakker als dat van de Koningen maar dan voor vrouwen en kinderen. We bezoeken er 2 graven van een moeder en een jongeling, in concept en uitvoering weinig verschillend van diegenen die we 's morgens zagen.

De tempel van Karnak is het grootste tempelcomplex ter wereld. Het was een verzameling van tempels voor verschillende goden en de tand des tijds heeft hier zijn vernietigend werk goed gedaan maar wat overblijft bekijk je nog altijd met het nodige ontzag. Beroemd zijn vooral de 134 massieve zuilen met ieder een diameter van 3m met daarboven op, dwarsbalken die ieder zo'n slordige 70 ton wegen. Verder staat daar nog een obelisk van 29m hoog, 328 ton zwaar. 30 pharaohs hebben ieder hun "steentje" bijgedragen onder het motto "groot", "groter", "grootst". Een dubbele rij sfinxen verbond deze tempel met die van Luxor 2.5km verder, slechts enkele hebben de bouw- en vernielwoede van latere generaties overleefd.

Daarmee is onze eerste goedgevulde dag voorbij. Om 18:30 varen we af naar Esna en de sluis waar we door moeten.

Dag 10 - dinsdag 30/12

De doorgang door de sluis hebben we gemist, moet gebeurd zijn terwijl we sliepen, en we liggen aan de wal vlak aan de tempel van Esna. Ook hier enorme zuilen waar nog sporen van de mooie kleuren zichtbaar zijn en goed bewaarde reliefs.

Lunch is aan dek met barbecue, en we kunnen nog wat genieten van de zon en het voorbijglijdende landschap, heel anders dan op het Nassermeer. De oevers zijn hier bewoond en je ziet duidelijk de smalle vruchtbare strook land langs de oevers van de Nijl met vlak daarachter het begin van de onvruchtbare woestijn. Veel verkeer is er niet, behalve dan cruiseschepen die zoals wij naar Aswan varen of er van terugkeren, en een enkele dahabiyya, voor de nostalgische toerist die wat dieper in de geldbuidel tast, een luxueus zeilschip voor een klein select gezelschap.

We meren aan voor het bezoek aan de tempel van Edfou. Een lange rij koetsen staat klaar om er ons naar toe te brengen. 4 volwassenen wurmen zich in de koets en de koetsiers zetten er een vaart achter alsof hun leven er van afhangt. De manier waarop ze de haveloze beesten afjakkeren is een nachtmerrie voor paardenliefhebbers.
De tempel is een van de best bewaarde en mooiste van Egypte, niet zo oud naar Egyptische normen, 237BC, en gewijd aan Horus met een prachtig beeld van de Valkgod aan de ingang. Behalve de mooie reliëfs staat hier in het heiligdom nog een kopij van de zonneboot, die bij speciale gelegenheid door priesters rondgedragen werd.

Terug aan boord varen we af naar Kom Ombo. 's Avonds is er de galabya avond, waarbij iedereen verzocht wordt zich van zijn beste arabische kant te tonen, een beetje onderbroeken lol maar best leuk.

Dag 11 - woensdag 31/12

We liggen aan wal vlak tegenover de tempel van Kom Ombo waar ook nog een nilometer staat, verbonden met de Nijl met een tunnel zou die de waterstand meten.

Onze gids, een Koptische christen, is waarschijnlijk met zijn gedachten al de hele trip bij het koptisch kerstmis (op 7 januari) of heeft wat last van "metaalmoeheid", in ieder geval missen we het enthousiasme in zijn uitleg dat we bij de vorige gids ondervonden en slaagt hij er niet in ons te boeien en we pikken meer mee van wat een franstalige gidse van 7plus te vertellen heeft.

We varen af naar Aswan, krijgen nog een barbecue aan dek en genieten weer van het landschap waar de woestijn meer en meer de bovenhand krijgt.

In Aswan hebben we een motorboottochtje geboekt dat ons via een natuurgebied met wat watervogels en het mausoleum van de Aga Kahn naar een nubisch dorpje brengt. Niks spectaculair maar gezellige tijdvulling.

Het is oudejaarsavond en het buffet is uitgebreid, zo uitgebreid dat wij er met onze tafel bijna bovenop zitten en dan krijgen we nog een kleine show in de bar die ons het wachten op het middernachtelijke uur vergemakkelijkt.

Dag 12 - donderdag 1/1

Met de bus bezoeken we de Aswandam. Veel is daarbij niet te zien, tenzij dan de grote plas van het Nassermeer. De dam heeft ook wel zijn negatieve kanten, want zo wordt het vruchtbare slib dat eeuwenlang werd meegevoerd en bij de overstromingen op de oevers van Nijl werd afgezet nu tegengehouden door de dam hetgeen de vruchtbaarheid van de grond niet bevorderd.

Nog een tempel op het programma, de tempel van Philae. Gelegen op een klein eilandje Agilkia, moet je er met een bootje naar toe en we zijn er niet alleen. De tempel staat niet op z'n oorspronkelijke plaats maar is ook verhuisd en wel nadat hij al compleet onder water stond. Daarvoor moest er eerst een dam rond gebouwd worden, het water weggepompt en dan het hele ding steen voor steen afgebroken worden om het op dit eiland terug op te bouwen. De oude Egyptenaren zouden het niet beter gedaan hebben. De tempel is gewijd aan de godin Isis, is relatief recent en dateert van de Griekse en Romeinse periode. Heel mooi, maar er loopt zoveel volk rond dat we snel met ons bootje terugtuffen.

We stoppen nog bij een papyrusfabriekje voor een demonstratie en uitleg over papyrus en dan naar de oude steengroeve waar een onvoltooide obelisk ligt. Uitgehakt langs 3 zijden is men er mee gestopt omdat hij barsten vertoonde. Hoe men dit gevaarte 3000jaar geleden, dat zo'n slordige 1000ton zou wegen, wou ter plaatste brengen is stof voor veel speculatie.

Na de lunch gaan we terug het water op voor een tochtje met een felouka, een van die typische moorse scheepjes, waar vroeger alles en nog wat werd mee verscheept, maar die nu overleven bij de gratie van de toerist. We varen er mee naar Kitchener eiland, genoemd naar Generaal en later lord Kitchener die op zijn eiland niet alleen zijn "hutje" bouwde maar er ook nog eens een botanische tuin aanlegde. Populair zowel bij de toerist als bij de autochtone bevolking loopt er heel wat volk rond die er allemaal met een bootje geraakt zijn en dé uitdaging is om het bootje terug vinden waarmee je gekomen bent.

Dag 13 - vrijdag 2/1

Dit is de dag dat liefhebbers met bus of vliegtuig Abu Simbel bezoeken en daarvoor om 04:00 uit de veren moeten. Maar wij kunnen lekker uitslapen en we doden de tijd met een wandeling door de lange "winkelstraat" of markt van Aswan. In de namiddag, als iedereen terug aan boord is, wordt de terugreis naar Luxor aangevat.

Dag 14 - zaterdag 3/1

We passeren de sluis bij Esna, en dat gaat redelijk vlot want er liggen niet al te veel schepen voor ons. Eigenlijk wel een belevenis want we zakken zo'n kleine 7 meter. In afwachting kijken we naar de verkopers die vanop de kaai allerlei spullen heen en weer gooien en luidkeels marchanderen met de al dan niet geinteresseerde toeristen.

Tegen de middag arriveren we in Luxor, tegenover het Winter Palace waar we vertrokken. Wij hebben hier de laatste tempel op het programma,de tempel van Luxor, met z'n enorme beelden, impressionante zuilen en de enkele obelisk waarvan het tweelingbroertje de Place de la Concorde siert in Parijs. Eigenlijk stond hij beter hier.

En daarmee beëindigen we onze kennismaking met het Egypte van de Pharaos, een kennismaking die naar nog smaakt.